Gewichten en maten
Lengte |
van 17 tot 19 cm |
Gewicht |
25 g |
Vleugelspanwijdte |
27 cm |
Beschrijving van het dier
De goudvink, wetenschappelijk bekend als Pyrrhula pyrrhula, is een kleine, maar opvallend gekleurde vogel die behoort tot de familie van de vinkachtigen (Fringillidae). Deze vogelsoort is verspreid over Europa en Azië, met verschillende ondersoorten die zich hebben aangepast aan hun specifieke leefgebieden. In Nederland is de goudvink een graag geziene gast in bossen, tuinen en parken, waar zijn opvallende kleurenpracht een vrolijke noot toevoegt aan het landschap.
De goudvink heeft een compact en stevig lichaam, met een lengte die varieert tussen de 14 en 18 centimeter. Het gewicht van de vogel ligt gemiddeld tussen de 14 en 21 gram. Een van de meest kenmerkende eigenschappen van de goudvink is zijn kleurrijke verenkleed. De mannetjes zijn bijzonder opvallend met hun dieprode borst en buik, die prachtig afsteken tegen de grijze rug en zwarte kop. De vleugels zijn zwart met een witte streep en de staart is eveneens zwart. De vrouwtjes daarentegen, zijn minder opvallend gekleurd met hun grijze tot lichtbruine verenkleed, maar behouden de karakteristieke witte vleugelstreep en zwarte staart. Beide geslachten hebben een stevige, zwarte snavel die perfect is aangepast aan hun dieet van zaden en knoppen.
Goudvinken leven voornamelijk in loof- en gemengde bossen, maar zijn ook te vinden in dichtbegroeide tuinen en parken. Ze geven de voorkeur aan gebieden met dichte ondergroei waar ze beschutting en voedsel kunnen vinden. In de winter vormen goudvinken vaak kleine groepen om samen te foerageren en de koude maanden door te komen.
Het voedingspatroon van de goudvink bestaat hoofdzakelijk uit zaden van bomen en struiken, zoals beuken en berken. Daarnaast eten ze ook knoppen van bomen, kleine vruchten en insecten, vooral tijdens het broedseizoen wanneer de voedingsbehoefte toeneemt.
De voortplantingstijd begint in het late voorjaar. Goudvinken zijn monogaam en het koppel werkt samen om een nest te bouwen, dat meestal goed verborgen is in dichte struiken of bomen. Het vrouwtje legt 4 tot 6 eieren, die ze gedurende ongeveer twee weken bebroedt. Na het uitkomen nemen beide ouders de zorg voor de jongen op zich, die na ongeveer 14 tot 16 dagen het nest verlaten.
Ondanks dat de goudvink in sommige gebieden te maken heeft met habitatverlies en andere bedreigingen, wordt de soort over het algemeen niet als bedreigd beschouwd. Dit is mede te danken aan hun aanpassingsvermogen aan verschillende leefomgevingen en de beschikbaarheid van voedsel in zowel natuurlijke als door mensen aangelegde gebieden.
In Nederland is de goudvink een beschermde vogelsoort, wat betekent dat het belangrijk is om hun leefgebieden te behouden en te beschermen. Door de natuurlijke schoonheid en de vrolijke kleuren van deze vogels, vormen ze een belangrijke bron van genot en inspiratie voor natuurliefhebbers en vogelspotters.