Terug naar de lijst

Gewone vachtegel

Zaglossus bruijni

Foto: Gewone vachtegel
Gewichten en maten
Lengte 80 cm
Gewicht 10 kg
Beschrijving van het dier
De Gewone vachtegel, wetenschappelijk bekend als Zaglossus bruijni, is een fascinerend en uniek dier dat behoort tot de familie van de mierenegels. Deze soort is een van de grootste levende monotremen, een groep van eierleggende zoogdieren die verder alleen de bekendere vogelbekdieren omvat. De Gewone vachtegel is endemisch in Nieuw-Guinea, wat betekent dat hij alleen in dit gebied voorkomt en zich heeft aangepast aan de specifieke omgeving daar.

Uiterlijk kenmerkt de Gewone vachtegel zich door zijn opvallende fysieke eigenschappen. Het dier heeft een langgerekt lichaam bedekt met stekels en een vacht die kan variëren van donkerbruin tot zwart. De stekels, die een beschermingsmechanisme vormen tegen roofdieren, zijn gemengd met lange haren, wat dit dier zijn naam geeft. Zijn snuit is lang en buisvormig, speciaal aangepast om termieten en mieren, zijn voornaamste voedselbron, uit hun nesten te halen. Anders dan bij veel andere zoogdieren, heeft de Gewone vachtegel geen tanden. In plaats daarvan gebruikt hij zijn lange, kleverige tong om insecten op te pikken.

De poten van de Gewone vachtegel zijn kort maar krachtig, met grote klauwen die het dier gebruikt om te graven en zich toegang te verschaffen tot de nesten van termieten en mieren. Deze klauwen zijn ook essentieel voor hun vermogen om zich te verdedigen tegen roofdieren.

Gewone vachtegels zijn nachtdieren en brengen het grootste deel van de dag door in zelfgegraven holen. Hun dieet bestaat hoofdzakelijk uit mieren en termieten, maar ze kunnen ook andere insecten en kleine invertebraten eten. Hun specifieke eetgewoonten hebben ertoe geleid dat ze een belangrijke rol spelen in het ecosysteem door de populatie van deze insecten in toom te houden.

De voortplanting van de Gewone vachtegel is ook opmerkelijk. Als monotreme legt het vrouwtje eieren, die ze vervolgens in een tijdelijk nest van bladeren legt. Na een incubatieperiode komen de jongen uit, die in de beginfase van hun leven gevoed worden met melk die het moederdier afscheidt door gespecialiseerde klieren in haar huid, aangezien monotremen geen tepels hebben.

De status van de Gewone vachtegel in het wild is zorgwekkend. De soort wordt bedreigd door habitatverlies, jacht en een afname van zijn natuurlijke prooipopulaties. Hoewel exacte populatiecijfers moeilijk te bepalen zijn vanwege het solitaire en nachtelijke gedrag van het dier, worden inspanningen voor het behoud van zijn habitat en het beschermen van de soort steeds belangrijker om de voortzetting van deze unieke soort te waarborgen.
Vergelijkbare dieren
Nieuwe dierenfoto's