Beschrijving van het dier
De Groenpootruiter (Tringa nebularia) is een middelgrote, elegante steltloper die deel uitmaakt van de familie van de snipachtigen (Scolopacidae). Dit vogelsoort heeft een opvallend voorkomen en gedrag dat het onderscheidt van andere steltlopers, waardoor het een interessante verschijning is voor vogelliefhebbers en natuurbeschermers.
De Groenpootruiter heeft een lengte van ongeveer 29 tot 34 centimeter en een spanwijdte van 61 tot 67 centimeter, waardoor het een van de grotere steltlopers is die in Nederland en in veel andere delen van de wereld voorkomen. Het gewicht varieert tussen de 120 en 250 gram. Het meest opvallende kenmerk van deze vogel is zijn lange, dunne poten die een opvallende groene kleur hebben, vandaar de naam. Deze lange poten stellen de vogel in staat om efficiënt door ondiep water te waden op zoek naar voedsel.
De verenkleed van de Groenpootruiter varieert per seizoen. In het broedseizoen heeft de vogel een opvallende grijze bovenzijde met fijne, donkere strepen en een witte onderzijde met duidelijke donkere vlekken en strepen op de borst en flanken. Buiten het broedseizoen is het verenkleed veel eenvoudiger: de bovenzijde wordt een egaal grijs en de onderzijde wit, met minder opvallende vlekken en strepen. De snavel is relatief lang en recht, wat de Groenpootruiter in staat stelt om effectief in de modder of het zand naar voedsel te zoeken. De snavel is grotendeels donker met een grijze basis.
De Groenpootruiter is een trekvogel die grote afstanden aflegt tussen zijn broedgebieden in het noorden van Europa en Azië en zijn overwinteringsgebieden in Afrika, Zuid-Azië en Australië. Tijdens de trek kunnen deze vogels ook in Nederland worden waargenomen, vooral in natte gebieden zoals moerassen, vloedvlaktes en langs de kust.
Qua voeding is de Groenpootruiter niet bijzonder kieskeurig. Zijn dieet bestaat voornamelijk uit insecten, wormen, kleine vissen en schaaldieren, die hij uit de modder of onder water vandaan haalt met zijn lange snavel. Zijn foerageergedrag is kenmerkend; vaak is te zien hoe de vogel door ondiep water waden, plotseling stil staat en dan snel met zijn snavel in de modder prikt om prooi te vangen.
De voortplanting van de Groenpootruiter vindt plaats in de noordelijke broedgebieden, waar het nest op de grond wordt gemaakt, vaak goed verborgen tussen de vegetatie. Het vrouwtje legt meestal vier eieren, die door beide ouders worden uitgebroed. De jongen zijn nestvlieders en kunnen al snel na het uitkomen lopen en zelf voedsel zoeken, hoewel ze nog enige tijd door de ouders worden verzorgd en beschermd.
Als gevolg van habitatverlies en veranderingen in de waterhuishouding van zijn leefgebieden staat de Groenpootruiter onder druk, hoewel de soort momenteel nog niet als bedreigd wordt beschouwd. Behoud en herstel van geschikte natte habitats zijn cruciaal voor de instandhouding van deze en vele andere soorten steltlopers.