Gewichten en maten
Lengte |
van 40 tot 56 cm |
Gewicht |
van 300 tot 600 g |
Vleugelspanwijdte |
van 110 tot 120 cm |
Bedreigingsstatus
Beschrijving van het dier
De stormmeeuw (Larus canus) is een middelgrote meeuwensoort die behoort tot de familie van de Laridae. Dit vogelsoort is wijdverspreid over Europa, Azië en de noordelijke delen van Noord-Amerika, waar hij voornamelijk te vinden is langs kusten, in estuaria, op meren en soms ook op landbouwgrond. De stormmeeuw is een veelvoorkomende verschijning in Nederland, vooral tijdens de trekperiodes in het voor- en najaar, maar ook als overwinteraar of broedvogel.
Uiterlijk vertoont de stormmeeuw kenmerkende eigenschappen die hem onderscheiden van andere meeuwensoorten. De vogel heeft een lengte van ongeveer 40 tot 44 centimeter en een spanwijdte van 110 tot 125 centimeter. Het verenkleed is overwegend lichtgrijs op de bovenzijde en wit op de onderzijde. De vleugelpunten zijn zwart met witte 'spiegels'. In de broedtijd heeft de stormmeeuw een witte kop, terwijl buiten het broedseizoen de kop bedekt is met fijne, grijze strepen. De snavel is relatief klein en groengeel van kleur, met een rode vlek op de onderste snavelhelft tijdens het broedseizoen. De poten zijn groenachtig geel.
Het dieet van de stormmeeuw is gevarieerd en omvat zowel dierlijk als plantaardig materiaal. De vogel voedt zich met vis, schaaldieren, insecten, wormen, zaden en afval. Zijn voedselzoekgedrag is opportunistisch en hij kan zich gemakkelijk aanpassen aan verschillende voedselbronnen, wat bijdraagt aan zijn vermogen om in uiteenlopende habitats te overleven.
De broedperiode van de stormmeeuw begint in april of mei. Het nest wordt gebouwd op de grond, vaak op eilanden in meren, in moerasgebieden of op beschutte plekken langs de kust. Het vrouwtje legt meestal 2 tot 4 eieren, die door beide ouders gedurende ongeveer drie weken worden bebroed. Na het uitkomen nemen beide ouders de zorg voor de jongen op zich, die na ongeveer 5 tot 6 weken vliegvlug zijn.
De stormmeeuw is een sociale vogel, die vaak in groepen te vinden is, vooral tijdens de trek en in de wintermaanden. Tijdens het broedseizoen vormen ze kolonies, wat bescherming biedt tegen roofdieren. Hun roep is een kenmerkend 'keeuw-keeuw'.
Hoewel de stormmeeuw geen bedreigde soort is volgens de internationale natuurbeschermingsorganisaties, staat hij wel onder druk door habitatverlies, vervuiling en verstoring door menselijke activiteiten. Beschermingsmaatregelen en het behoud van hun natuurlijke leefomgeving zijn essentieel om de populaties gezond en stabiel te houden.