Foto: Tuinfluiter
Gewichten en maten
Lengte van 13,5 tot 14,5 cm
Gewicht van 16 tot 22 g
Vleugelspanwijdte van 20 tot 24 cm
Beschrijving van het dier
De Tuinfluiter (Sylvia borin) is een kleine, maar opmerkelijke vogelsoort die behoort tot de familie van de zangers van de Oude Wereld (Sylviidae). Met zijn subtiele verschijning en melodieuze zang, is deze vogel een veelvoorkomende maar soms over het hoofd geziene bewoner van diverse Europese landschappen, waaronder ook Nederland.

Uiterlijk vertoont de Tuinfluiter geen opvallende kenmerken die hem in één oogopslag onderscheiden van andere kleine, bruine vogels. De bovenzijde van zijn verenkleed is overwegend olijfbruin, terwijl de onderzijde lichter is, variërend van wit tot lichtgrijs, vaak met een lichte zweem van geel of bruin. De Tuinfluiter heeft een relatief kleine kop met een korte snavel, geschikt voor het eten van zowel insecten als bessen en ander zacht fruit. De vleugels zijn rond en de staart is tamelijk lang en afgerond, wat bijdraagt aan zijn behendigheid tijdens het vliegen en manoeuvreren door dichte vegetatie.

Met een lengte van ongeveer 14 centimeter en een gewicht dat varieert van 16 tot 22 gram, is de Tuinfluiter een bescheiden verschijning. Zijn ogen zijn klein en donker, wat een schril contrast vormt met zijn anders subtiele uiterlijk.

De Tuinfluiter is vooral bekend om zijn zang, die rijk en melodisch is, bestaande uit een reeks fluitende tonen die zowel in de ochtend als in de avond te horen zijn. De zang is een belangrijk middel voor mannetjes om territoria af te bakenen en partners aan te trekken tijdens het broedseizoen, dat loopt van mei tot juli.

Deze soort geeft de voorkeur aan dichte struikgewassen en bosranden als leefomgeving, waar hij zich voornamelijk ophoudt in de ondergroei. De Tuinfluiter is een trekvogel, die de wintermaanden doorbrengt in Sub-Sahara Afrika en in de lente naar Europa en Noord-Azië terugkeert om te broeden. Tijdens de trek leggen deze vogels duizenden kilometers af, een opmerkelijke prestatie gezien hun kleine formaat.

De nesten worden laag bij de grond gebouwd, meestal in dichte struiken of heggen, waar het vrouwtje 3 tot 5 eieren legt. Deze worden gedurende ongeveer twee weken bebroed, waarna de jongen nog eens twee weken in het nest blijven voordat ze uitvliegen. Zowel het mannetje als het vrouwtje zorgen voor de jongen, die een dieet van insecten en andere kleine ongewervelden krijgen.

Ondanks dat de Tuinfluiter niet als een bedreigde soort wordt beschouwd, is het belangrijk om zijn leefgebieden te beschermen om te zorgen voor de voortzetting van zijn populatie. Veranderingen in landgebruik, zoals ontbossing en intensivering van de landbouw, vormen potentiële bedreigingen voor deze en vele andere soorten.

In Nederland is de Tuinfluiter een geliefde verschijning onder vogelliefhebbers, die genieten van zijn aanwezigheid en zang in tuinen, parken en het platteland. Zijn aanpassingsvermogen aan verschillende habitats en zijn onopvallende, maar elegante verschijning maken de Tuinfluiter tot een bijzondere toevoeging aan de biodiversiteit van het Nederlandse landschap.
Nieuwe dierenfoto's