Gewichten en maten
Lengte |
van 60 tot 70 cm |
Gewicht |
van 1800 tot 3000 g |
Vleugelspanwijdte |
170 cm |
Bedreigingsstatus
Beschrijving van het dier
De oehoe, wetenschappelijk bekend als Bubo bubo, is de grootste uilsoort die in Europa voorkomt en behoort tot de familie van de echte uilen (Strigidae). Met zijn indrukwekkende voorkomen, waaronder een forse lichaamsbouw, grote kop en opvallende oorpluimen die echter geen echte oren zijn, spreekt dit dier tot de verbeelding. De oehoe heeft een spanwijdte die kan variëren van 160 tot 188 centimeter en een lichaamslengte van ongeveer 58 tot 71 centimeter, waarbij de vrouwtjes doorgaans groter en zwaarder zijn dan de mannetjes.
Het verenkleed van de oehoe is overwegend bruin met zwarte strepen en vlekken, wat een effectieve camouflage biedt in zijn natuurlijke leefomgeving. Zijn grote, felgele ogen zijn kenmerkend en bieden hem een uitstekend nachtzicht, wat essentieel is voor een nachtelijke jager. De oehoe heeft een breed voedselspectrum; hij jaagt op een diversiteit aan prooien, variërend van kleine knaagdieren en vogels tot grotere zoogdieren zoals jonge vossen en zelfs andere uilen. Zijn jachttechniek is indrukwekkend: met zijn krachtige klauwen kan hij zijn prooi met gemak overmeesteren.
Deze majestueuze vogel bewoont een verscheidenheid aan habitats, van bosrijke gebieden en bergachtige streken tot open landschappen en zelfs stedelijke omgevingen. De oehoe is een solitaire en territoriale vogel die een vast territorium bezet, welke hij fel verdedigt tegen indringers. De roep van de oehoe is een diep, resonant "oehoe" geluid, dat vooral tijdens de nacht en de paartijd te horen is.
De voortplantingstijd begint vroeg in het jaar, rond februari of maart, wanneer het mannetje en vrouwtje elkaar vinden en een band vormen. Het nest wordt vaak op de grond gemaakt, in een holte of op een beschutte richel, zonder veel nestmateriaal. Het vrouwtje legt meestal 2 tot 4 eieren, die ze gedurende ongeveer een maand bebroedt, terwijl het mannetje voor voedsel zorgt. Na het uitkomen zijn de kuikens volledig afhankelijk van hun ouders, die ze voeden en beschermen totdat ze na ongeveer vijf tot acht weken vliegvlug zijn.
Hoewel de oehoe in sommige gebieden nog steeds veel voorkomt, wordt hij in andere delen van zijn verspreidingsgebied bedreigd door habitatverlies, vervolging en vergiftiging. Beschermingsmaatregelen en bewustwordingscampagnes zijn essentieel om ervoor te zorgen dat deze majestueuze uil behouden blijft voor toekomstige generaties.
Verspreidingskaart