Gewichten en maten

Beschrijving van het dier

De kleine alk, wetenschappelijk bekend als Alle alle, is een fascinerend zeevogel die behoort tot de familie van de alken (Alcidae). Dit vogeltje, dat ook bekend staat onder de naam 'dovekie' in Noord-Amerika, is vooral te vinden in de koude wateren van de Noord-Atlantische Oceaan. Het is een van de kleinste leden van de alkfamilie, wat bijdraagt aan zijn unieke charme en herkenbaarheid.

De kleine alk heeft een compact lichaam dat perfect is aangepast aan het leven in en rond de zee. Het vogeltje is ongeveer 19 tot 21 centimeter lang en weegt tussen de 140 en 200 gram. Het heeft een korte, dikke nek en een kleine kop, wat het een ietwat plompe uitstraling geeft. De vleugels zijn kort en rond, ontworpen voor zowel vliegen als efficiënt zwemmen onder water. Hun staart is kort en afgerond.

Een opvallend kenmerk van de kleine alk is zijn zwart-witte verenkleed. In de broedtijd is de bovenzijde, inclusief de kop, vleugels en staart, zwart van kleur, terwijl de onderzijde wit is. Buiten het broedseizoen verandert het verenkleed enigszins, waarbij de keel en de zijkanten van het gezicht ook wit worden, wat een scherp contrast vormt met de donkere bovenzijde. Deze kleurstelling biedt camouflage tegen roofdieren van bovenaf en van onderen wanneer de vogel in het water duikt.

Kleine alken zijn uitstekende duikers, die tot 60 meter diep kunnen duiken op zoek naar voedsel. Hun dieet bestaat voornamelijk uit kleine visjes, schaaldieren en plankton. Deze vogels gebruiken hun vleugels om onder water te 'vliegen', een techniek die hen in staat stelt snel en behendig hun prooi te achtervolgen.

Wat betreft de voortplanting, nestelen kleine alken op rotsachtige kliffen en eilanden in de noordelijke Atlantische Oceaan. Ze leggen meestal één ei per broedseizoen in een ondiepe kuil of tussen de rotsen, waar beide ouders om beurten het ei uitbroeden. Na het uitkomen neemt de zorg voor het jong toe, waarbij beide ouders actief deelnemen aan het voeden en beschermen van hun nakomeling.

De kleine alk onderneemt jaarlijkse migraties, waarbij vogels die broeden in de meest noordelijke gebieden, zoals Groenland en Spitsbergen, zuidwaarts trekken naar de Noord-Atlantische wateren. Deze migraties zijn essentieel voor hun overleving, aangezien ze op zoek gaan naar gebieden met voldoende voedsel tijdens de wintermaanden.

Hoewel de kleine alk zich aanpast aan het leven in een ruwe omgeving, wordt de soort geconfronteerd met bedreigingen zoals klimaatverandering, olievervuiling en visnetten, die hun populaties kunnen beïnvloeden. Desondanks wordt de kleine alk door de Internationale Unie voor het Behoud van de Natuur (IUCN) geclassificeerd als 'niet bedreigd', wat wijst op een relatief stabiele populatie wereldwijd.

De kleine alk is een wonder van de natuur, perfect aangepast aan een leven in de uitdagende omstandigheden van de noordelijke zeeën. Met zijn onderscheidende uiterlijk, opmerkelijke duikvaardigheden en belangrijke rol in het mariene ecosysteem, blijft deze vogelsoort een boeiend onderwerp voor vogelliefhebbers en natuurbeschermers over de hele wereld.