Foto: Koperwiek
Gewichten en maten
Lengte van 21 tot 23 cm
Gewicht van 50 tot 80 g
Beschrijving van het dier
De Koperwiek (Turdus iliacus) is een vogelsoort die tot de familie van de lijsters (Turdidae) behoort. Deze middelgrote vogel heeft een opvallend uiterlijk en gedrag dat hem onderscheidt van andere lijsters, waardoor hij een interessante soort is voor vogelliefhebbers en natuuronderzoekers.
Uiterlijk kenmerkt de Koperwiek zich door zijn relatief slanke bouw en een lengte die varieert van ongeveer 20 tot 24 centimeter. Een van de meest opvallende kenmerken van deze vogel is de roestbruine flanken en okselveren, die in schril contrast staan met zijn overwegend bruine verenkleed. De onderzijde is lichter van kleur, variërend van wit tot crème, met duidelijke donkere vlekken die typisch zijn voor de lijsterfamilie. De vogel heeft een opvallende witte wenkbrauwstreep en de ogen zijn omringd door een lichte ring, wat hem een alerte uitdrukking geeft.
De Koperwiek is een trekvogel die broedt in de noordelijke delen van Europa en Azië en overwintert in Zuid-Europa, Noord-Afrika, en Zuidwest-Azië. Tijdens de trekperiode is de Koperwiek ook te vinden in Nederland, waar hij vooral bekend staat als doortrekker in de herfst en soms als wintergast blijft hangen. De vogel geeft de voorkeur aan open landschappen met voldoende schuilplaatsen, zoals bosranden, parken, en tuinen, waar hij op zoek gaat naar voedsel.
Het dieet van de Koperwiek bestaat voornamelijk uit insecten, wormen, en bessen. Tijdens de wintermaanden, wanneer insecten schaars zijn, schakelt hij over op bessen en vruchten. Zijn voorkeur voor bessen maakt hem een belangrijke verspreider van zaad van verschillende bessen dragende planten en struiken.
De zang van de Koperwiek is zacht en melodisch, met een reeks van fluitende tonen die zowel in de broedgebieden als tijdens de trek te horen zijn. Zijn roep, een scherp en doordringend "tsiep", dient als communicatiemiddel tussen de vogels, vooral tijdens de vlucht in de schemering of in dichtbegroeide gebieden.
De voortplanting van de Koperwiek vindt plaats in de broedgebieden in het hoge noorden. Het nest, vaak verborgen in dichte vegetatie of tussen rotsen, wordt gemaakt van grassen, mossen, en modder. De vrouwelijke Koperwiek legt gewoonlijk 4 tot 6 eieren, die ze in ongeveer twee weken uitbroedt. De jongen zijn na ongeveer twee weken vliegvlug, maar blijven nog enige tijd afhankelijk van de ouders voor voedsel.
Ondanks dat de Koperwiek geen bedreigde soort is, wordt zijn populatie nauwlettend in de gaten gehouden vanwege de impact van veranderingen in landgebruik en klimaatverandering op zijn leefgebied en trekpatronen. De Koperwiek is een prachtig voorbeeld van de natuurlijke rijkdom en biodiversiteit van de vogelwereld en speelt een belangrijke rol in het ecosysteem door bij te dragen aan de zaadverspreiding van bessen dragende planten.
Nieuwe dierenfoto's